Garyp krijgt energie van de zon

Door Ida Hylkema · 10 november 2016 · via doarpswurk.frl

Er wordt hard gewerkt op het terrein van de voormalige vuilstort tussen Garyp en Sumar. Op honderden vierkante funderingen verrijzen stalen spanten, die het frame vormen van het grootste zonnepark van Nederland. Geen project van een groot energiebedrijf of een projectontwikkelaar, maar van het dorp Garyp zelf.

Gjalt Benedictus is als voorzitter van Enerzjy Koöperaasje Garyp nauw betrokken bij het zonnepark. ‘Het idee komt uit het dorp zelf’, vertelt hij. ‘Een duurzame toekomst was een thema uit de toekomstvisie van het dorp. Hier is een brede klankbordgroep mee aan de slag gegaan en van daaruit is de energiecoöperatie opgericht.’

De energiecoöperatie heeft meerdere doelen: energiebesparing, gezamenlijke inkoop van groene energie en het zelf opwekken van energie door middel van zonnepanelen. Bij dit laatste doel kwam de wens naar voren om centraal iets te ontwikkelen in plaats van alle daken vol te leggen met zonnepanelen. Benedictus: ‘Dan ga je plannen bedenken en op een rijtje zetten wat je allemaal nodig hebt.’

Dat was in ieder geval een locatie, een omgevingsvergunning en SDE+ subsidie. De familie Holwerda, eigenaar van de voormalige vuilstort, zocht een andere bestemming voor het ruim 10 hectare grote terrein en zag wel wat in de plannen. Dat gold ook voor de gemeente Tytsjerksteradiel, die onder gunstige voorwaarden de vergunningen verstrekte.

‘Er zijn geen bezwaren binnengekomen. Iedereen vindt het een geweldige herbestemming van de vuilstort’, zegt Benedictus.

Toen ook de beschikking van de SDE+-subsidie binnen was, konden er concrete stappen worden gezet.

Het park wordt opgezet samen met Groen Leven in Heerenveen en volledig gefinancierd door de banken. ‘Dat is het unieke van dit project: er komt behalve de SDE+-subsidie geen cent subsidie aan te pas’, zegt de voorzitter. Dat betekent wel dat er een constructie moest worden bedacht waarbij de leden en bestuurders zelf geen risico lopen en er snel beslissingen kunnen worden genomen. Het zonnepark is daarom ondergebracht in een stichting, waarvan het bestuur uit dezelfde personen bestaat als het bestuur van de energiecoöperatie.

Dat brengt behoorlijk wat werkdruk met zich mee, erkent voormalig bankdirecteur Benedictus, ‘maar daarmee houd je het dorp wel zoveel mogelijk betrokken bij het zonnepark. Fiscaal gezien kun je veel beter een bedrijf laten investeren, want die kan afschrijven en dat kan een energiecoöperatie niet. Maar geld is niet onze drijfveer. Onze drijfveer is om handen en voeten te geven aan de duurzaamheid in het dorp. We willen de geldstroom die we met het zonnepark genereren, terugsluizen naar het dorp en dan vooral naar sociaal duurzame projecten. Het geld moet worden gebruikt als vliegwiel om grotere dingen van de grond te krijgen.’

Voordat het geld naar het dorp begint te stromen, moet er eerst heel wat energie worden opgewekt. Dat gebeurt straks door 27.000 zonnepanelen, goed voor 6 miljoen kWh per jaar en dat is weer voldoende voor circa 1700 huishoudens. De hele installatie kost circa 9 miljoen euro. De grond rondom de panelen willen de initiatiefnemers inrichten met recreatieve voorzieningen. Ook zijn er plannen voor een permanent educatief centrum in het Griene Nêst, dat grenst aan het zonnepark.

‘Als het goed loopt, willen we ook de leden financieel laten participeren. En via het uitgeven van ‘garanties van oorsprong’ kunnen we ‘Garyper stroom’ verkopen. Dat is donkergroene stroom uit je eigen dorp. Niet goedkoper overigens, maar wel idealistisch.’ Om de peperdure netwerkkabel die moest worden aangelegd efficiënter te benutten, is het streven om op termijn ook een windmolen bij het park te realiseren.

Het zijn grootse plannen, maar het is zeker niet het eindstation van duurzame energie, zegt Benedictus stellig. ‘Dit is niet de toekomst, maar slechts een tussenstap. Als je 100 % energieneutraal wilt worden, moet je heel Nederland met zonnepanelen bedekken. Dat kan niet. Maar ik ben ervan overtuigd dat er nieuwe oplossingen worden gevonden in de transitie naar duurzame energie.’